Competentie 1: Interpersoonlijke competentie

De interpersoonlijke competentie laat gedrag zien die past bij omgaan met een ander.

Vaardigheden:
Communicatieve vaardigheden

Kennis:
Ontwikkelingspsychologie
Roos van Leary

Houding:
Affectie
Empathie
Ruimte bieden en grenzen stellen


De school zet zichzelf soms buiten het gewone leven. De schoolwereld lijkt in vele opzichten niet op de wereld daarbuiten. Ook de leraren gedragen zich daarom soms als buitenwereldlijke wezens als ze op school zijn. Het is net of bij het binnengaan van het schoolgebouw een mentale knop wordt omgedraaid. Leraren die dat niet doen en op school ook ‘zichzelf zijn’, zijn meer op hun gemak, hebben het daardoor gemakkelijker en hebben een betere band met leerlingen en met hun collega’s. Het voelt ‘natuurlijk’.

Ken je leerlingen

‘Ik eis van de leraar dat hij zich niet inleeft in het kind, dat hij niet daalt. Ik eis van het kind dat het zich inleeft in de leraar, dat het klimt. Ik eis dat het zich inleeft in tien leraren. Ik eis dat het tienmaal gehoorzaamheid zal kennen, tienmaal tucht, dat het door tien volwassenen zal worden getuchtigd.’

(Uit ‘Bint’ de roman (1934) van F, Bordewijk).
In de jaren die volgden, zouden de opvattingen van leraren zich in golfbewegingen ontwikkelen. Bijna een eeuw verder en we hebben het ultieme antwoord nog steeds niet op de vraag hoe we ons het beste kunnen opstellen ten opzichte van de leerling.

Welke opvattingen je ook over onderwijs hebt, je moet je leerlingen kennen. Dat begint met het willen kennen. Pas als je ze kent, kun je ze ook herkennen.
De groep leerlingen moet je kunnen ontrafelen als web van individuen, allemaal met hun eigenaardigheden en grillen. Dat betekent niet dat je voor elke leerling andere regels en wetten hebt, maar wel dat je per leerling een andere benadering kunt hebben, een andere toon, een andere blik. Op den duur – dit vereist training – kan je zien aan leerlingen of ze zich anders voelen dan je gewend bent. Daar kun je wat mee. Jouw scherpe blik heeft direct gevolg voor het leerklimaat in de klas.

De Inspectie van het Onderwijs onderzocht hoe het onderwijs op scholen voor voortgezet onderwijs bijdraagt aan de motivatie van de leerlingen. Nederlandse leerlingen zijn namelijk minder gemotiveerd om te leren dan leerlingen in veel andere landen, zo bleek uit eerder onderzoek. Dit themarapport beschrijft de bevindingen van het onderzoek.

De sfeer in de school is niet altijd dezelfde als de sfeer in jouw klas. Maar de regie in jouw klas heb jij in de hand. Althans, als het goed is.

Jouw houding als leraar.

Leerlingen verwachten van jou dat je leiding geeft aan de klas en dat je hun leren regisseert. Dat je boos wordt en complimentjes uitdeelt. Ze willen absoluut niet dat je je gedraagt alsof je ‘één van hen’ bent. En dit alles ook nog met het behoud van een goede relatie. Leerlingen willen bovendien het gevoel hebben dat ze wat kunnen en dat ze mogen verschillen van de anderen.

Je kent jezelf nog niet goed. Leary heeft een model ontwikkeld waarin jouw houding zichtbaar wordt in een diagram. Je kunt dat zichtbaar maken met behulp van een test. Zo kun je een ‘Roos van Leary’ maken.

Een ander is anders dan jij bent.

Accepteren van deze wijsheid is essentieel bij handelen in te interpersoonlijke sfeer. Als beginnend leraar of nieuwe leraar op een school ben je in aanvang nog niet bezig een relatie met leerlingen en collega’s op te bouwen. Je bent nog teveel met jezelf bezig. Je neigt naar teveel ruimte bieden (‘ik wil niet te streng zijn’) of teveel grenzen stellen (‘ik wil in het begin extra streng zijn’) en hierover praten met nieuwe collega’s zit ook nog niet in je systeem. Je denkt soms dat jij het goed doet, maar de ander dat niet begrijpt of accepteert. Dat allemaal belemmert je interpersoonlijke ontwikkeling.

Erken en laat weten dat je echt wel door hebt dat je fout zat: ‘Het ging niet goed, hè? Dat doe ik de volgende keer anders!’ Leerlingen en collega’s mogen ervaren dat jij ook leert. Ik heb er nooit last van gehad dat ze dat raar vonden. Samen leren schept een band.
Verwacht ook niet dat anderen hetzelfde denken zoals jij denkt en net zo reageren als jij reageert. Niets is minder waar! Je ontdekt dat er meer variaties zijn in interpersoonlijke omgangsvormen dan de jouwe en dat is mooi! Geniet van die verschillen.

Gewetensvragen bij competentie 1

  1. Hoe authentiek ben je op school?
  2. Wie denk je dat je bent?
  3. Zie jij jezelf zoals anderen jou zien?
  4. Wat zien leerlingen als ze bij jou in je lokaal binnenkomen: een docent die wat anders aan het doen is, of iemand die hen ontvangt?
  5. Wat zou je willen dat leerlingen over je schrijven?
  6. Op welke manier motiveer jij leerlingen in je lessen?